Cornelis Pijnacker Hordijk

Cornelis Pijnacker Hordijk
Governor-General of the Dutch East Indies
In office 1 September 1888 – 17 October 1893
Monarch	William III Wilhelmina (Emma as regent)
Preceded by	Otto van Rees
Succeeded by	Carel Herman Aart van der Wijck
Minister of the Interior
In office 10 February 1882 – 22 April 1883
Monarch	William III
Prime Minister	Theo van Lynden van Sandenburg
Preceded by	Willem Six
Succeeded by	Jan Heemskerk
Personal details
Born	(1847-04-13)13 April 1847 Drumpt (Wadenoijen), Netherlands
Died	3 September 1908(1908-09-03) (aged 61) Haarlem, Netherlands

Cornelis Pijnacker Hordijk (13 April 1847 – 3 September 1908) was a Dutch jurist and politician. He was Governor-General of the Dutch East Indies from 1888 until 1893.^[1]

Cornelis Pijnacker Hordijk

References

External links

• Media related to Cornelis Pijnacker Hordijk at Wikimedia Commons

Ministers of the Interior of the Netherlands Ministry of the Interior and Kingdom Relations Luzac De Kempenaer Thorbecke Van Reenen Simons Van Rappard Van Tets van Goudriaan Van Heemstra Thorbecke Geertsema Carelszoon J. Heemskerk Fock Thorbecke Van Bosse Geertsema Carelszoon J. Heemskerk Kappeyne van de Coppello Six Pijnacker Hordijk J. Heemskerk Mackay De Savornin Lohman Tak van Poortvliet Van Houten Goeman Borgesius Kuyper Rink T. Heemskerk Cort van der Linden De Beerenbrouck De Geer Kan De Beerenbrouck De Wilde Boeijen Burger Van Boeijen Beel Witteman Van Maarseveen Van Schaik Teulings Van Maarseveen Teulings Beel Van Oven Suurhoff Struycken Toxopeus Smallenbroek Samkalden Verdam Beernink Geertsema De Gaay Fortman Wiegel Van Thijn Rood Rietkerk Korthals Altes De Korte Van Dijk De Koning Van Dijk Dales Hirsch Ballin Van Thijn De Graaff-Nauta Dijkstal Peper Van Boxtel De Vries Remkes Ter Horst Hirsch Ballin Donner Spies Plasterk

Governors-General of the Dutch East Indies (1610–1949) Dutch East India Company (1610–1800) Both (1610–14) Reynst (1614–15) Reael (1615–19) Coen (1619–23) De Carpentier (1623–27) Coen (1627–29) Specx (1629–32) Brouwer (1632–36) Van Diemen (1636–45) Van der Lijn (1645–50) Reyniersz (1650–53) Maetsuycker (1653–78) Van Goens (1678–81) Speelman (1681–84) Camphuys (1684–91) Van Outhoorn (1691–1704) Van Hoorn (1704–09) Van Riebeeck (1709–13) Van Swoll (1713–18) Zwaardecroon (1718–25) De Haan (1725–29) Durven (1729–32) Van Cloon (1732–35) Patras (1735–37) Valckenier (1737–41) Thedens (1741–43) Van Imhoff (1743–50) Mossel (1750–61) Van der Parra (1761–75) Van Riemsdijk (1775–77) De Klerck (1777–80) Alting (1780–96) Dutch East Indies (1800–1948) Van Overstraten (1796–1801) Siberg (1801–05) Wiese (1805–08) Daendels (1808–11) Janssens (1811) British occupation (1811–16) Van der Capellen (1816–26) Du Bus (1826–30) Van den Bosch (1830–33) Baud (1833–36) De Eerens (1836–40) Van Hogendorp (1840–41) Merkus (1841–44) Reynst (1844–45) Rochussen (1845–51) Van Twist (1851–56) Pahud (1856–61) Van de Beele (1861–66) Mijer (1866–72) Loudon (1872–75) Van Lansberge (1875–81) s'Jacob (1881–84) Van Rees (1884–88) Pijnacker Hordijk (1888–93) Van der Wijck (1893–99) Rooseboom (1899–1904) Van Heutsz (1904–09) Idenburg (1909–16) Van Limburg Stirum (1916–21) Fock (1921–26) De Graeff (1926–31) De Jonge (1931–36) Van Starkenborgh Stachouwer (1936–42) Van Mook (1942–48) High Commissioners Beel (1948–49) Lovink (1949)